Welkom op deze website!

Deze website is de thuisbasis van de organisatie Fundamentum. Fundamentum zet zich in op het gebied van geloof en wetenschap, medische ethiek en apologetiek. Eigenaar van de website is Jan van Meerten. De website is ook de landingswebsite van het jaarlijkse congres ‘Bijbel & Wetenschap‘. Deze website bevat informatie over allerhande onderwerpen zoals seksuele gerichtheid, pro-life, wereldgodsdiensten (zoals Islam, Hindoeïsme etc.) en vooral over scheppingsleer, -geloof en -paradigma. In het laatste geval zijn wij voorstander van het klassieke scheppingsgeloof met een zesdaagse schepping, een historische zondeval en om niet meer te noemen een wereldwijde zondvloed. Verder gebruikt Jan van Meerten deze website om eerder door hem geschreven artikelen te bundelen en het onderwerp waarin hij zichzelf aan het specialiseren is uit te werken. Het gaat dan om paleoecologie, paleoklimatologie en paleontologie, meer specifiek de ecosystemen van de dinosauriërs (het zogenoemde Mesozoïcum), nog meer specifiek de zoogdierachtigen en vogelachtigen in deze ecosystemen. Zijn overige artikelen kunnen gelezen worden als (wetenschap)journalistieke stukken. De website bevat ook gastbijdragen van medechristenen. Als laatste is het ook de landingswebsite van de genealogie van het geslacht Van Meerten en Betuwse streekgeschiedenis. U kunt uzelf hier abonneren op de nieuwsbrief. Deze nieuwsbrief verschijnt maandelijks en zal alle onderwerpen behandelen behalve informatie over het geslacht Van Meerten. De nieuwsbrief bevat altijd de mogelijkheid om uzelf af te melden. Van harte welkom op deze website en veel leesplezier! Feedback kan gegeven worden via de pagina ‘hier mag u uw hart luchten‘. Op deze pagina zullen wij zelf niet veel reageren. Op reacties, vragen of stellingen wordt gereageerd in de rubriek ‘Feedback & vragen‘. De feedback kan ook gegeven worden via info@oorsprong.info.

Megazostrodon, een uitgestorven zoogdierachtige (Mammaliaformes) uit het Trias/Jura.
Megazostrodon, een uitgestorven zoogdierachtige (Mammaliaformes) uit het Trias/Jura. Deze foto is genomen in het Natural History Museum in Londen en afkomstig van de internetencyclopedie Wikipedia.

Signaal Taptoe door sergeant-majoor Jeroen Schippers – Nationale Dodenherdenking op de Dam (4 mei 2023)

Vandaag om dit tijdstip wordt de Nationale Dodenherdenking gehouden op de Dam. Voordat er twee minuten stilte wordt gehouden, speelt een trompettist van het Marinierskapel der Koninklijke Marine het Signaal Taptoe. Vorig jaar (4 mei 2023) was dat sergeant-majoor Jeroen Schippers. Hieronder een video van dit moment. Opdat wij niet vergeten!

‘Van den Dikkenberg laat duidelijk zien op welke punten theïstische evolutie in strijd is met de Bijbel’ – Bespreking van ‘De werken van Zijn handen’

Kun je de Bijbel lezen in het licht van de evolutietheorie? Veel christelijke wetenschappers en theologen vandaag de dag doen dat. Maar volgens Bart van den Dikkenberg leidt dat tot grote problemen.

In zijn boek De werken van Zijn handen, een kritisch commentaar op theïstische evolutie pakt Bart van den Dikkenberg, wetenschapsredacteur bij het Reformatorisch Dagblad, de visie bij de kladden dat God de kosmos door middel van evolutie tot stand heeft doen komen (theïstische evolutie).

Overzichtelijk

Van den Dikkenberg begint met het uitleggen van wat wetenschap is en hoe de wetenschappelijke methode werkt. Na deze ʻinleidingʼ gaat de auteur in op allerlei natuurwetenschappelijke en theologische problemen van evolutie in het algemeen en theïstische evolutie in het bijzonder. Op overzichtelijke wijze behandelt hij op chronologische volgorde het naturalistische ontstaansmodel, van de oerknal tot en met het ontstaan en de evolutie van het leven op aarde. Hierbij geeft Van den Dikkenberg allerlei creationistische tegenargumenten, waarvan er een aantal ook al eens in de Weet aan de orde is gekomen. Na een soort ʻintermezzoʼ over de tekst en de aard van de scheppingsverslagen in Genesis, verschuift de focus van wetenschap naar theologie. Hierin komen allerlei theologische problemen met theïstische evolutie naar boven, zoals wat je aan moet met het rusten van God op de zevende dag als de schepping door evolutie nog steeds voortgaat, of wanneer in het evolutieproces de menselijke ziel is ontstaan. De laatste hoofdstukken wijdt Van den Dikkenberg aan de verschillen tussen een theïstisch evolutionistische en een creationistische kijk op de Bijbel, om vervolgens af te sluiten met een hoofdstuk waarin hij een verband legt tussen het accepteren van de evolutietheorie onder gereformeerden en kerkverlating.

Totstandkoming

In het voorwoord maakt Van den Dikkenberg duidelijk dat dit boek is ontstaan omdat er onder andere bij de Gereformeerde Gemeenten in Nederland een behoefte was aan een Bijbels gefundeerd antwoord. Dat zie je ook terug in de bewoording van De werken van Zijn handen: het boek is vooral geschreven voor de reformatorische doelgroep. Voor veel Weet-lezers zal dat geen probleem zijn; voor lezers uit andere richtingen is het mogelijk even wennen. Van den Dikkenberg gebruikt regelmatig moeilijke woorden en vakjargon, wat hij doorgaans wel uitlegt, maar waardoor de tekst voor vooral jeugdige lezers toch over de hoofden heen zal gaan. Gelukkig bevat het boek, naast veel verduidelijkende tabellen en illustraties, ook een uitgebreide verklarende woordenlijst.

Mooie toevoeging

Dit boek is een mooie toevoeging aan je boekenplank. Van den Dikkenberg geeft je een behoorlijk compleet overzicht van de argumenten tegen naturalistische én theïstische evolutie, en laat duidelijk zien op welke punten theïstische evolutie in strijd is met de Bijbel (en welke desastreuze gevolgen dat heeft).

WEET MAGAZINE: NOG GEEN ABONNEE?
Het bovenstaande artikel is overgenomen uit Weet Magazine nummer 86 (zie hiernaast). Weet Magazine is een populair-wetenschappelijk creationistisch tijdschrift waarin ingewikkelde wetenschappelijke onderwerpen eenvoudig worden uitgelegd en op een bijbelgetrouwe manier worden besproken. Daarnaast brengt het tijdschrift bij kennis over creationistische wetenschapsbeoefening. Nog geen abonnee van Weet Magazine? Dat kan natuurlijk niet! Ga snel naar de website van Weet Magazine en sluit vandaag nog een abonnement af!

Dit artikel is met toestemming van de redactie overgenomen uit het Weet Magazine. De bronvermelding luidt: Heugten, G.J.H.A. van, 2024, De werken van Zijn handen, Weet Magazine 86: 50.

Livestream CCI-avond in de Sint-Janskerk te Gouda met onder anderen Päivi Räsänen (3 mei 2024)

De avond van Christian Council International op 3 mei 2024 is ook via de livestream te bekijken. Om acht uur begon het programma in de Sint-Janskerk te Gouda. Hieronder is de livestream terug te luisteren.1

Voetnoten

Dr. Hans Degens en dr. Wim de Jong publiceren een open wetenschappelijk artikel over het verschil tussen micro- en macro-evolutie – Qeios biedt mogelijkheid tot review van deze paper

Bioloog dr. Hans Degens en wiskundige dr. Wim de Jong hebben een wetenschappelijke publicatie over het verschil tussen micro- en macro-evolutie geplaatst op Qeios. Qeios vormt een ‘Open Society’ waarin mensen vrij kennis kunnen delen. Het wetenschappelijke artikel is opengesteld voor peer-review. Van deze mogelijkheid hebben al diverse wetenschappers gebruik gemaakt. Er is ook een korte podcast gemaakt van dit artikel. Deze wordt gedeeld via Spotify.1

Abstract

In de abstract wordt kort aangegeven waar het artikel over gaat. We lopen deze abstract kort langs en roepen biologen een aanverwante vakgenoten (experts) op om het artikel grondig door te lezen en indien nodig van commentaar te voorzien. Volgens de geleerden is de vraag naar de verhouding tussen micro- en macro-evolutie een van de belangrijkste onbeantwoorde vragen binnen de evolutiebiologie. Veelal wordt er gedacht dat het gaat om een continuüm van veranderingen, dat macro-evolutie het cumulatieve resultaat is van véél micro-evolutie. Deze vraag wordt naast biologisch ook wiskundig benaderd. Een wiskundig onderscheid tussen parameters en dimensies zou het vraagstuk beter kunnen oplossen. De parameters worden dan vergeleken met ‘eerste-orde-evolutie’ en de dimensies met ‘tweede-orde-evolutie’. De auteurs noemen het een op het genotype gebaseerde systeembenadering. Deze benadering laat zien dat micro- en macro-evolutie vergelijkbaar zijn met deze eerste- en tweede-orde-evolutie en dat er geen continuïteit bestaat tussen deze vormen van evolutie.

Korte reflectie

Omdat dit thema in het debat over schepping en evolutie elke keer weer terug komt, is dit een belangrijk onderwerp. Zo schreef evolutiebioloog en verdediger van een vorm van theïstische evolutie dr. Gerdien de Jong een (weliswaar) lezenswaardige vierdelige serie voor de website van bioloog en theïstisch evolutionist dr. René Fransen.2 Onlangs gebruikte dr. ir. Erik van Engelen het onderscheid nog in een video-interview met Science4Truth.3 Om verwarring te voorkomen hanteer ik zelf het onderscheid tussen evolutie en Universele Gemeenschappelijke Afstamming. Evolutie wordt dan gezien als natuurwetenschappelijk feit en Universele Gemeenschappelijke Afstamming als natuurwetenschappelijke ideologie of basisovertuiging.4 Wanneer anderen een andere benaming hiervoor hebben vind ik dat ook prima, als het onderscheid maar duidelijk uit de verf komt en niet alle soorten verandering als continuüm worden gezien.

Voetnoten

Zeldzame Binnenveldse waarneming

Een vriend en oud-collega stelde voor om vogels te gaan spotten in het Binnenveld bij Bennekom. We hadden dan gelijk gelegenheid om bij te praten. Zo gedaan. Op 17 april ontmoetten we elkaar rond 19.00u bij het uitkijktorentje langs de Werftweg. We stonden midden in de Binnenveldse vlakte met erboven een prachtige wolkenlucht. Wat is ons land toch rijk aan verschillende landschappen!

We liepen door een afgegraven graslandgebied rijk aan drassig of ondiep water. Mijn vriend is een uitstekend vogelaar: heeft oog en oor voor vogels. Zo zag hij een vliegende uil in de verte! Uilen zijn fascinerend. We probeerden via een pad dichterbij de vogel te komen. Maar de vogel bleef afstandelijk. Wel zo’n drie kwartier van de immer jagende vogel genoten en vele tientallen foto’s van de niet snel vliegende vogel ‘geschoten’.

Het was een Velduil! In de jaren 1950 broedden er in ons land nog honderden paren. Is nu een zeldzame broedvogel. In 2020-2022 slechts 5-20 broedparen (Sovon). De velduil is een vogel van open terrein, overdag actief en een echte muizenjager. Bij muizenplagen kunnen ineens veel Velduilen tot broeden komen. Eén keer vloog de vogel in een rechte lijn op ons af. Dat moment leverde mij de voltreffer op. Uilen hebben een cirkel van veren rond de ogen voor een uitstekende verwerking van geluiden: een sluier. Deze typische gezichtopbouw is op de foto goed te zien. Een Velduil lijkt wat op een Ransuil, maar heeft veel kortere oorpluimen en een zwavelgele iris. Zwartgeel kijkt ons aan.

Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit Het GemeenteNieuws. De volledige bronvermelding luidt: Kooij, H. van der, 2024, Zeldzame Binnenveldse waarneming, Het GemeenteNieuws 23 (18): 10.

Functioneel ‘junk’-DNA? – Drie wetenschappers van Discovery Institute publiceren indrukwekkende lijst met functies voor ‘junk’-DNA

Dr. Richard Sternberg, dr. Jonathan McLatchie en dr. Casey Luskin hebben gisteren een indrukwekkende lijst met meer dan 800 artikelen over functies voor zogenoemd ‘junk’-DNA gepubliceerd. De lijst bevat uitsluitend papers uit de naturalistische literatuur. De samenstellers van de lijst benadrukken dat het overzicht ‘bij lange na niet volledig is’. Ze hebben anderhalve dag kunnen besteden aan het samenstellen van de lijst. Maar de lijst geeft een indruk hoeveel literatuur er de afgelopen jaren verschenen is. Volgens de samenstellers ondermijnt deze lijst het standaard paradigma.

De samenstellers schrijven over de lijst:

“The list contains over 800 papers which are divided into the following categories according to the type of genetic element for which they focus on finding function: 1) SINEs, 2) LINEs, 3) introns, 4) repetitive DNA (generally), 5) satellite DNA, 6) transposons, 7) pseudogenes, 8) ERVs / retrotransposons, 9) lncRNAs, 10) microRNAs, 11) large-scale genomic transcription, 12) transposable element and 3D genome hierarchy, and 13) other / general function for junk DNA. We realize that within each category the papers are not in any particular order — we’ll leave that organizational task for another day. But given that we only took about a day and a half to put this list together, we think it’s an impressive showing.”

Deze indrukwekkende lijst sluit mooi aan bij de bijdrage van dr. Peter Borger in ‘Inzicht: Wetenschap voor Gods Aangezicht1 en is een verdere onderbouwing van een artikel dat ondergetekende, met een negental academici, in 2017 schreef voor het Reformatorisch Dagblad na de verschijning van het boek van dr. Gijsbert van den Brink met als titel ‘En de aarde bracht voort’.2

De lijst

De uitgebreide lijst van dr. Sternberg, dr. McLatchie en dr. Luskin is hier te vinden.3

Voetnoten

Stichting Apologica organiseert van 15 tot en met 19 juli 2024 D.V. een Summerschool voor (aankomende) christelijke studenten

Jaarlijks organiseert stichting Apologica een vijfdaagse Summerschool. Het gaat om een ‘leerzame en gezellige cursus’ voor (aankomende) christelijke studenten. Het is een apologetische Summerschool met onderwerpen zoals geloof en wetenschap, de betrouwbaarheid van de Schrift, homoseksualiteit en argumenten vóór het christelijk geloof. Meer informatie een aanmelden kan via de website Geloofsverdediging (link).1 Warm aanbevolen!2

Voetnoten

‘A Creationist Model of Dinosaur Paleobiogeography’ – Rond de presentatie van dr. Marc Surtees (ICC), een drieluik

Vorig jaar presenteerde zoöloog dr. Marc Surtees uit Schotland een abstract op de ‘Ninth International Conference on Creationism‘ (ICC). Zijn presentatie ging over paleobiogeografie van de dinosauriërs.1 Dr. Surtees gaat er van uit dat de gevonden dinosauriërs uit het Mesozoïcum van ná de zondvloed dateren. Zij spreidden zich vanaf de ark van Noach uit over de aarde. We willen deze visie van dr. Surtees (in de woorden van deze zoöloog) uitwerken in een drieluik. Het eerste deel en tweede deel van dit drieluik omvatten twee presentaties van dr. Surtees. Het derde deel is een samenvatting van de abstract en lezing van dr. Surtees op de ICC (met behulp van zijn PowerPoint die hij ons toestuurde). Het doel van dit drieluik is om studenten en academici te stimuleren tot een soortgelijke deelname (of zelfs met een paper) aan de tiende ICC (vermoedelijk 2028 DV) en een lans te breken voor andere zondvloedmodellen. Vandaag ten slotte deel drie: ‘A Creationist Model of Dinosaur Paleobiogeography‘.

Waimea Canyon op het eiland Kauaʻi (Hawaii). Bron: Wikipedia.

In dit slotdeel vatten we de presentatie samen die dr. Marc Surtees gegeven heeft voor de negende ‘International Conference on Creationism’ (ICC).2 Deze conferentie werd gehouden aan Cedarville University. In de inleiding geeft dr. Surtees aan dat er ontzettend veel geschreven is over de paleobiogeografie van dinosauriërs en dat deze artikelen en het bewijsmateriaal een uitdaging vormt voor creationisten. Surtees geeft aan dat de eerste dinosauriërfossielen gevonden op het zuidelijk halfrond in de aardlagen van het Midden-Trias. De drie belangrijkste clades worden gevonden vanaf het Boven-Trias en Onder-Jura. De grootste diversiteit aan dinosauriërs wordt gevonden in aardlagen van het Midden-Jura tot het Krijt. Dan zijn de dinosauriërs ook verspreid over de hele wereld. Surtees oppert de gedachte dat dinosauriërs vanaf het zuidelijk halfrond zich langzaam over de aarde hebben verspreid. Mogelijk vanwege continentverschuiving, via landbruggen en over zee.

Dit scenario vindt dan plaats ná de zondvloed. Surtees ziet het als zeer onwaarschijnlijk (‘highly improbable’) dat deze beesten tijdens de zondvloed zijn omgekomen. Hij wijst daarbij op de gevonden pootafdrukken (ichnofossielen). Volgens Surtees zijn pootafdrukken zelfs dé sleutel om de aardlagen creationistisch in te delen. Wanneer we pootafdrukken vinden van ‘door-de-neus-ademende’-landdieren dan is dat, voor Surtees, een aanwijzing dat de zondvloed is afgelopen, de aarde droog lag en de ark weer leeg was.3 Het rondbanjeren van dinosauriërs op een onder water staande aarde, waarbij op sommige plaatsen een lasagne aan opeenvolgende aardlagen met pootafdrukken te vinden is, wijst dr. Surtees af. In de presentatie van Surtees wordt een alternatieve verklaring voorgesteld. Hierbij zaten de voorouders van dinosauriërs in de ark en laat het Mesozoïcum een biogeografische verspreiding van dinosauriërs na de zondvloed zien. Het lijkt er bovendien op dat de dinosauriërs gedurende het Mesozoïcum varieerden. Sommige soorten ondergingen reuzengroei (gigantisme), zoals de sauropoden. Deze gedachte om de gevonden dinosauriërs ná de zondvloed te plaatsen is overigens niet nieuw. In Nederland zijn drs. Hans Hoogerduijn en Jan Rein de Wit voorstanders van dit model.4 De Duitse dr. Joachim Scheven presenteerde dit zogenoemde ‘Rekolonisatiemodel’ al in de tweede helft van de vorige eeuw.

Het model geeft kleinere dinosauriërs de tijd om te diversifiëren. Het uiteenvallen van Pangea zorgde voor verschillende transgressies en regressies. Door deze herhaalde overstromingen werd het leeuwendeel van de Mesozoïsche sedimenten afgezet. Volgens Surtees zou dit in enkele honderden jaren ná de zondvloed gebeurd zijn. Het biedt bovendien een verklaring voor de ‘stratomorfe series’ dinosauriërs5, wat een lastig probleem is voor degenen die menen dat het Mesozoïcum door de zondvloed is afgezet. Immers, hoe verklaar je de opeenvolgende variatie onder verschillende groepen dinosauriërs als ze allemaal tegelijk zijn omgekomen tijdens een wereldwijde overstroming.

De biogeografische hypothese van dr. Marc Surtees rond de verspreiding van dinosauriërs ná de zondvloed. Bron: dr. Marc Surtees.

Voetnoten

Dagen van Genesis en de kadertheorie

Aanhangers van de zogenaamde “derde weg” maken vaak aanpassingen bij de verklaring van de Scheppingsdagen om ruimte te kunnen maken voor hun leer van Theïstische evolutie. Dit geldt met name voor voorstanders van de zogenaamde kadertheorie. Onder deze voorstanders horen o.a. prof. A. Noordtzij, dr. J.J.T. Doedens en prof. dr. J. Douma. In dit artikel wordt nader op deze theorie ingegaan.

Dagen, zijn dagen, maar niet letterlijk?

Laten we eerst opnoemen de zaken die zouden pleiten voor de derde weg al dan niet met de kadertheorie:

  1. Men heeft met name moeite om wetenschappelijk te kunnen verklaren dat op dag 1 het licht werd geschapen (Gen. 1:3), terwijl op dag 4 er pas lichtdragers (“lichten”) als zon, maan en sterren geschapen zijn (Gen. 1:14-18). Men stelt dat de afwezigheid van de zon op dag 1-3, maakt dat het geen zonnedagen van 24 uur konden zijn geweest. Ook dat pleit tegen gewone dagen. Dat zou een argument zijn voor een niet letterlijk opvatten van “dagen”
  2. Ook wordt wel aangevoerd dat de rangtelwoorden in het Hebreeuws van dag 1 en dag 6 (waar staat dag 1 en dag 6) anders zijn dan van dag 2-5 (waar staat tweede dag, derde dag etc.). Daarom zou het niet gaan om een gewone rangschikking.
  3. Ook wordt wel gesteld dat dag 7 een dag zonder einde zou zijn. Want in de woorden over dag 7 (Gen. 2: 1-3) staat niet dat het avond en morgen was geweest, zoals dat bij de andere dagen staat vermeld. Ook dat zou reden zijn om dan maar alle dagen niet letterlijk op te vatten.

Alles bij elkaar genomen is er voor aanhangers van de derde weg in hun ogen ook in de Schrift zelf voldoende bewijs om te concluderen dat de dagen van Genesis 1 wel vermeld staan als gewone dagen in een vertelling, maar niet als feitelijke historische, niet als letterlijke dagen, zoals wij die kennen.

Dagen en hun refrein

Ik wil daar graag het volgende op antwoorden:

  1. Bij dag 1-3 keer klinkt al het refrein het is avond geweest en het is morgen geweest de 1e, 2e, 3e dag. De dag wordt dan al opgedeeld in licht en donker, in dag en nacht. Samengenomen gewoon “dag” genoemd, terwijl er dan nog geen zon is. Het licht wordt op dag 1 namelijk apart door God geschapen los van een bekende lichtdrager als de zon. Hij, God de Almachtige, schiep het licht zonder hulp van de zon! Daarmee geeft God ook aan dat alleen Hem alle verering toekomt en niet de zon die vaak als God vereerd werd in oosterse landen. Dag 4-6 hebben hetzelfde refrein toen was het avond geweest en het was morgen geweest de 4e 5e 6e dag. Vanaf de 4e dag is dat dus met de geschapen zon erbij. Die werd door God toegevoegd aan het bestaande licht, als lichtdrager om voortaan heerschappij te hebben over dag en nacht. Het onderscheid dat er al was maar nu wordt voortgezet met lichtdragers. Na elke dag dus hetzelfde refrein. Bij dag 1-3 zonder zon en bij dag 4-6 met zon. God laat zo de voortgang zien van zijn schepping over de 6 dagen. Van globaal naar specifiek, van minder naar meer. De conclusie is dan ook dat dag 1-3 van dezelfde soort waren als dag 4-6. Allen hadden een periode van licht en donker, van dag en nacht, en werden door avond en morgen aan elkaar verbonden.
  2. Het verschillend gebruik van rangtelwoorden komt ook elders in Gods Woord voor. Het is geen argument om de rangschikking in de dagen van Genesis te miskennen.
  3. Op dag 7 is er geen schepping meer, maar rust. Gods werkdagen zijn ten einde. Er klinkt dan ook geen refrein meer. Dat wil niet zeggen dat dag 7 daarom geen einde kent. Want dag 7 wordt juist als dag apart gezet door God: geheiligd! Op basis daarvan vormde God een week van zeven dagen, van zes plus één. Als scheppingseenheid die heel de tijd van de wereld moet dienen om de sabbatdag teken te laten zijn van de eeuwige sabbatsrust die komt (Hebr. 4).

Hoe is dit mogelijk als deze zevende dag ook nu als dag zonder einde nog voortduurt?

Kadertheorie

Er zijn enkele specifieke kenmerken die alléén de kadertheorie gelden. Deze theorie gaat ervan uit dat elke dag van Gen. 1 een soort fotolijst is waarin iets van het grote verhaal van de schepping wordt weergegeven.

Door de meeste aanhangers van de kadertheorie wordt verdedigd dat de “beelden” van dag 1-3 corresponderen met de “beelden” van dag 4-6. En wel zo, dat wat op dag 1 geschapen wordt als ruimte, vervolgens gevuld wordt met de schepselen of vormsels van dag 4. Dag 1 en 4 gaan dan over hetzelfde gebeuren, wat zich in heel lange tijd heeft voltrokken. Dat geldt ook voor het koppel dag 2 en 5, en het koppel dag 3 en 6.

De dagen in deze theorie zijn wel “gewone dagen”, maar dan niet letterlijk historisch en zelfs niet in chronologische volgorde, in tijdsvolgorde. Het zijn plaatjes in een lijst, die iets vertellen. Daarbij is de volgorde minder belangrijk.

Op deze manier creëert men ruimte voor een theïstische evolutie en een oude wereld van miljarden jaren. Ruimte: Ik zeg niet dat alle voorstanders daar persé in geloven. Maar ze claimen dat Genesis daarvoor de ruimte biedt. Daarvoor wordt vrijheid in exegese gevraagd.

Antwoord op de kadertheorie

Tegenover de symbolische uitleg met ruimte voor evolutie, dient Genesis zich juist aan als een voluit historisch boek. Gen 1: 1 – 2:3 vormt een inleiding en nadere invulling op wat er in de rest van Genesis op volgt nl. de toledothen, letterlijk de geschiedenissen. Vanaf Gen. 2:4 wordt beschreven de geschiedenis van de hemel en de aarde. Gevolgd door de geschiedenis de mens Adam, enz. tot aan die van Abraham, Isaak en Jacob (Gen. 37-einde). Niet alleen Gen. 2:4v grijpt terug naar Gen.1, dat geldt ook voor Gen. 5. Daar wordt opnieuw een stap terug in de tijd gezet. bij het begin van een geschiedenis. Niets in Gen. 1-2:3 zelf wijst erop dat het hier iets anders dan een letterlijke geschiedenis betreft. Ook de literaire vorm die God in Gen. 1 en 2 laat gebruiken, doet daar niets van af. Dit is even klaarblijkelijk als in 1926 door de kerken m.b.t. het spreken van de slang in Gen. 3 werd vastgesteld. Wel gaat het hier om bovennatuurlijke wonderen van God, die geloof vragen. Maar ze spelen zich in de tijd af, die begon in Gen. 1:1.

De kadertheorie wil de dagen van Genesis verklaren als literaire aanpassing (accommodatie) van God aan de mens. Maar daartegenover staat dat God van ons vraagt dat wij ons nu juist aan Hem en zijn letterlijke dagen aanpassen. Het vierde gebod in Ex. 20 zegt dit heel stellig (Let op “want”): Zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen maar de zevende dag is de sabbat van de Heere uw God dan zult gij geen werk doen, (…). Want in zes dagen heeft de Heer de hemel en de aarde gemaakt, de zee en al wat daar in is. En Hij rustte op de zevende dag.

De gevolgen van de kadertheorie

De kadertheorie stelt dat het doel van Gen. 1 en 2 is het eren van God in het verbond door Israël. Daar zou de vertelvorm op gericht zijn. Mozes zou zo aan Israël een schets van God als de trouwe Verbondsgod hebben gegeven. Ook speciaal met het doel om te komen tot het vieren van de sabbat als een aan God gewijde dag.

Maar er is toch veel meer over Gen. 1 en 2 te zeggen? Moeten we niet beginnen met het feit dat God Zich Zelf verlustigt over Zijn werken? Vergelijk Ps. 104:24 met Gen.1:31-2:3. Ook Christus en zijn apostelen wijzen terug op dit begin m.b.t. de sabbat (Ex.20:8-11; Marc.2:27; Hebr.4:4), het beeld van God zijn (Gen.1:26; 1 Kor.11:7; Jak.3:9), het huwelijk en de man-vrouw verhouding (Gen. 2:18-25, Matt.19:4-6; 1 Kor.11:8; 1 Tim.2:13), heterofilie en homofilie (Rom.1:26-27), naaktheid en schaamte (Gen.2:25), het proefgebod (Gen.2:16-17), de vloek over de zonde (Gen. 2:17), de situatie van de zondeval (Gen. 3), en de daaraan door God verbonden moederbelofte.

Wanneer de dagen van Gen. 1 en 2 worden tot een “vertelvorm”, is heel Gods Schepping slechts een “verhaal”, geen feitelijke geschiedenis, en valt de vaste grond onder dit alles weg.

DRIEDELIGE SERIE VAN DR. DE MARIE OVER GENESIS EN DE EVOLUTIELEER

Artikel 1: Genesis tegenover evolutieleer.
Artikel 2: Dagen van Genesis en de kadertheorie.
Artikel 3: Derde weg: Genesis èn evolutieleer (verschijnt volgende week D.V.).

Deze gastbijdrage is met toestemming overgenomen van de website Een in Waarheid. Het originele artikel is hier te vinden.

Voetnoten

PERSBERICHT – Weet Magazine bespreekt gevaren van klimaatmodellen: IPCC-wetenschapper over klimaatmodellering: „Neutraliteit bestaat niet”

Noot van de redactie: Wij zijn bij ‘Oorsprong’ minder sceptisch op de ‘man-made-klimaatsverandering’. In onze ogen heeft prof. dr. ir. Wim de Vries in de bundel ‘Inzicht: Wetenschap voor Gods Aangezicht’ een evenwichtig verhaal geschreven, waarbij onder andere gewezen wordt op de menselijke verantwoordelijkheid vanuit scheppingsperspectief. Omwille van het debat delen wij dit persbericht van Weet Magazine.

WADDINXVEEN, 17 april 2024 – Klimaatmodellen spelen een belangrijke rol bij het bepalen van overheidsbeleid rond klimaatverandering. Volgens velen hebben die modellen een hoge mate van objectiviteit en betrouwbaarheid, maar er klinkt ook kritiek. Het kan zomaar zijn dat de modellenmaker bepaalde gewenste uitkomsten in zijn algoritme heeft verstopt. Weet Magazine legde in haar nieuwe aprilnummer, dat nu in de boekhandel ligt, die kritiek voor aan Bart van den Hurk. Hij is werkzaam voor het IPCC, de VN-organisatie die de risico’s van klimaatverandering evalueert. Vindt hij de kritiek terecht? „Voor mij is het duidelijk dat neutraliteit niet bestaat.

Kritiek op het gebruik van computermodellen bij het bepalen van beleid komt onder andere van Ronald Meester (wiskundige aan de Vrije Universiteit Amsterdam) en Marc Jacobs (datawetenschapper). In hun recent verschenen boek Van aardbeving tot zoönose waarschuwen ze ervoor dat een klimaatmodel een gevaarlijk instrument kan zijn in handen van politici. Ze huldigen het standpunt dat je niet met een model aan de slag moet gaan waarvan de inhoud geheim blijft, en zeker niet om daar dan maatschappelijk beleid op te bouwen. Ronald Meester: „Als het gaat over ons, mensen, en als het gaat over complexe zaken, dan moeten we ontzettend oppassen wat een model ons eigenlijk gaat vertellen. Wiskundige modellen hebben de schijn van pure wetenschap. Alles moet wetenschappelijk en cijfermatig geduid worden. Ze leveren het resultaat met een cijfer. Dat geeft de schijn van objectiviteit.

Hoewel Meester ook aangeeft dat modellen buitengewoon succesvol kunnen zijn, onderstreept hij dat modellen niet alleen de werkelijkheid beschrijven „Soms creëren ze zelf ook een werkelijkheid. Met de constructie van een model laten we zien welke ingrediënten wij daarin kennelijk van belang achten. En we laten daarin ook zien wat we onbelangrijk vonden en daarom hebben weggelaten. Een model is vaak eerder een mening in wiskundige vorm dan een verantwoorde voorspelling!

Desgevraagd erkent Bas van den Hurk van het IPCC dat neutraliteit ook rond klimaatmodellen niet bestaat. „Klimaatmodellen voorzien in een behoefte om een politiek proces te informeren. Het is dus onvermijdelijk dat er subjectieve keuzes worden gemaakt in het opstellen van scenarioʼs. Klimaatmodelleurs zijn zich hier in het algemeen erg van bewust. Ik zie dat het bij de selectie en presentatie van modelresultaten niet altijd duidelijk is welke subjectieve keuzes er zijn gemaakt, en dat er door andere keuzes andere resultaten worden verkregen. Er wordt daarom, ook bij het IPCC, steeds meer discussie gevoerd over die subjectieve keuzes. De aandacht verschuift langzaamaan van ʻsignaleren wat er mis isʼ naar ʻhet in kaart brengen van de resultaten van beleidskeuzesʼ. Voor zowel wetenschappers als beleidsmakers is het erg belangrijk om hun eigen subjectieve normatieve waarden expliciet onder woorden te brengen.

Het artikel in het aprilnummer van Weet Magazine maakt deel uit van een drieluik over het klimaat en klimaatverandering. In het volgende nummer van Weet Magazine wordt verder ingegaan op de kritiek op argumenten die pleiten voor klimaatverandering.

Online

Hieronder ziet u welke (online) media en of andere kanalen aandacht hebben besteed aan dit bericht:

(1) Weet Magazine: https://weet-magazine.nl/artikelen/persberichten/klimaatmodellering-neutraliteit-bestaat-niet/.
(2) Fundamentum: https://oorsprong.info/persbericht-weet-magazine-bespreekt-gevaren-van-klimaatmodellen-ipcc-wetenschapper-over-klimaatmodellering-neutraliteit-bestaat-niet/.
(3) Drimble: https://drimble.nl/dossiers/duurzaamheid/96250245/ipcc-wetenschapper-over-klimaatmodellering-neutraliteit-bestaat-niet.html.